Het PELICAN studieteam registreert (na toestemming van de patiënt) iedereen met alvleesklierkanker zonder uitzaaiingen, wat niet operatief te verwijderen is.
Indien de conditie goed genoeg is, wordt gestart met chemotherapie, de huidige standaard behandeling. Na 2 maanden chemotherapie volgt een CT-scan in het UMC Utrecht. Deze scan wordt door een aantal nationale experts beoordeeld en bij een deel van de patiënten wordt nog een operatie gepland om te kijken of de tumor alsnog te verwijderen is.
Indien op de scan of tijdens de operatie blijkt dat de tumor nog steeds niet operatief te verwijderen is, wordt geloot tussen wel of geen RFA behandeling. De patiënten die een RFA behandeling ondergaan zullen na de operatie hun chemotherapie hervatten. De patiënten die geen RFA behandeling ondergaan worden ook vervolgd in de studie en zullen direct doorgaan met chemotherapie. Aan het einde van de studie zal worden gekeken welk van de 2 groepen de langste overleving heeft. Daarnaast is een belangrijke uitkomst de kwaliteit van leven van beide groepen. Op basis hiervan kunnen we na de PELICAN studie goed onderbouwen of RFA wel of geen nuttige behandeling is voor deze groep patiënten. Iets wat we tot op heden nog niet goed weten.
De studie is opgezet vanuit Dutch Pancreatic Cancer Group (DPCG), een multidisciplinaire landelijke werkgroep met als doel het verbeteren van de behandeling en kwaliteit van leven voor patiënten met alvleesklierkanker. De PELICAN studie is in Nederland breed gedragen en kent 14 participerende ziekenhuizen waarvan het UMC Utrecht één van de belangrijkste is.
Informatie voor artsen
In dit artikel uit het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (okt 2016) staat meer informatie over RFA bij niet resectabel pancreascarcinoom.