Bij bijna alle mensen met het MEN2-syndroom ontstaat vroeg of laat een tumor in de schildklier. Deze tumor ontstaat door ongecontroleerde groei van zogenoemde C-cellen in allebei de schildklierkwabben. De tumoren zijn eerst goedaardig, maar worden na verloop van tijd kwaadaardig. Goedaardige tumorvorming heet C-celhyperplasie. Een kwaadaardige groei noemen we een medullair schildkliercarcinoom.
Groeiwijze
Meestal ontwikkelt het medullair schildkliercarcinoom zich heel langzaam. Het duurt meestal een paar tot tientallen jaren voordat iemand er iets van merkt.
De tumor kan doorgroeien in de omgeving. Ook kan hij uitzaaien naar lymfeklieren in de hals. Via deze lymfeklieren kunnen ook ergens anders in het lichaam uitzaaiingen ontstaan. Vooral in de longen, de lever en de botten.
Schildklier
De schildklier is een hormoonproducerende klier, in de vorm van een vlinder. De schildklier ligt vlak boven het kuiltje van de hals, tegen de luchtpijp aan. De schildklier bestaat uit een linker- en rechterkwab. Vlakbij de schildklier liggen de stembandzenuwen. Deze zenuwen zorgen ervoor dat de stembanden klanken kunnen maken.
Follikels en C-cellen
Het weefsel van de schildklier is opgebouwd uit een soort blaasjes: follikels. Follikels bestaan uit follikelcellen met daarbinnen een ruimte gevuld met schildkliervocht.
Follikelcellen maken schildklierhormonen aan. Schildklierhormonen stimuleren:
- de stofwisseling
- de verbranding in de cellen
- de groei van nieuwe cellen, ook van bijvoorbeeld haren en nagels
Tussen de follikels liggen C-cellen. Ze liggen tegen de follikelcellen aan. C-cellen maken het hormoon calcitonine, dat een functie heeft in de calciumhuishouding van het lichaam. Medullair schildkliercarcinoom komt voor bij meer dan 90% van de mensen met MEN2A en bij alle mensen met MEN2B. Bij MEN2B zijn deze schildkliertumoren altijd kwaadaardig en ze ontstaan op nog jongere leeftijd dan bij MEN2A.
Klachten en symptomen
Klachten van een medullair schildkliercarcinoom kunnen sterk verschillen, afhankelijk van de uitgebreidheid. Soms kan iemand een knobbeltje voelen in de hals of last hebben met slikken of spreken. Als het hormoon calcitonine sterk verhoogd is, kan dit diarree geven. Sommige patiënten vallen af en hebben last van heesheid.
schildklier (roze) en bijschildklieren (de bruine puntjes op de schildklieren)
[created by J.M. de Laat using www.biodigital.com]