Door uw radiotherapeut is een PET/CT-scan aangevraagd waarbij uw lichaam grotendeels wordt onderzocht. Met dit onderzoek kunnen bepaalde ziekten worden opgespoord. Het onderzoek wordt in samenwerking met de Radiotherapie uitgevoerd. De radiotherapeut kan het onderzoek (mogelijk) gebruiken bij het maken van een bestralingsplan.
Het onderzoek bestaat uit drie/vier delen en duurt in totaal ongeveer 2 uur.
PET/CT 18F-FDG voor radiotherapie
-
Prikken van het infuus en toedienen radioactieve vloeistof (duur: 15 minuten)
-
Rustperiode (duur: 1 uur)
-
(Eventueel CT-scan met contrastmiddel (duur: 10 minuten))
-
PET/CT-scan (duur: 15 minuten)
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
Let op: 6 uur voorafgaand aan het onderzoek mag u niets meer eten en/of drinken. In geval van sondevoeding of TPV geldt dat dit 12 uur voor het onderzoek gestopt moet zijn.
Uitgezonderd zijn water, zwarte koffie en/of thee (zonder suiker/zoetjes/melk).
- Medicatie kunt u blijven gebruiken. Als u medicatie gebruikt voor diabetes, neem dan contact op met de radiologie.
- Kledingstukken waarin metaal is verwerkt dient u voor het onderzoek uit te trekken. Overige kleding kunt u aanhouden. Sieraden moeten worden afgedaan, omdat ze de beelden kunnen verstoren.
- Kunt u niet komen op de afgesproken dag(en)? Neem contact op met de radiologie.
- Bent u allergisch voor (jodiumhoudend) contractmiddel? Neem contact op met de radiologie.
Tijdens het onderzoek uitklapper, klik om te openen
Het onderzoek bestaat uit drie/vier delen en duurt totaal ongeveer 2 uur.
- Voorbereiding - 15 minuten
- De rustperiode - 60 minuten
- (Eventueel CT-scan met contrastmiddel - 10 min) en PET/CT - 15 minuten
1. De voorbereiding
Een laborant voert het onderzoek uit. U krijgt een eigen kamer met bed. In principe is het niet toegestaan om een begeleider mee te nemen naar dit onderzoek. Bij binnenkomst neemt de laborant het verloop van het onderzoek met u door. De laborant zal u vertellen of u bij dit onderzoek ook een CT-scan met contrastmiddel krijgt. Een CT-scan is niet altijd nodig. U heeft nu ook de gelegenheid om vragen te stellen. De laborant zal bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd naar het gebruik van de anticonceptiepil en de datum van de laatste menstruatie vragen. Dit wordt gevraagd, omdat een eisprong een bepaald beeld geeft in de onderbuik tijdens het onderzoek. De nucleair geneeskundige kan hier tijdens de beoordeling van uw onderzoek rekening mee houden.
U krijgt een infuus in uw arm, vervolgens wordt het glucose gehalte in het bloed bepaald. Daarna wordt de radioactieve vloeistof (18F-FDG) toegediend via het infuus. Dit heeft geen bijwerkingen. De radioactieve vloeistof wordt gedurende de rustperiode in uw lichaam opgenomen. De manier waarop de weefsels en organen in uw lichaam de vloeistof opnemen, kan de nucleair geneeskundige iets vertellen over wat er met u aan de hand is.
2. De rustperiode
Tijdens de rustperiode wordt u verzocht ontspannen en rustig te blijven liggen. Op deze manier wordt de spieractiviteit in uw lichaam geminimaliseerd. Ook wordt gedurende deze periode via het infuus een halve liter vocht toegediend.
U kunt tijdens de rustperiode televisie kijken, radio luisteren of zelf meegebrachte muziek/luisterboek afspelen, lezen en andere activiteiten zijn niet toegestaan. Tijdens de rustperiode bent u alleen in uw kamer. U kunt de laborant bereiken via een (nood)bel die aan u wordt gegeven.
3. (Eventueel CT-scan met contrastmiddel) en PET/CT-scan
Na de rustperiode wordt u opgehaald en dient u eerst naar het toilet te gaan om de blaas te legen. Bij de scan zal naast de laborant van de nucleaire geneeskunde ook een radiotherapeutisch laborant aanwezig zijn. Hij of zij waarborgt dat de scan voldoet aan de criteria, die vereist zijn om dit onderzoek te kunnen gebruiken voor het opstellen van een (mogelijk)bestralingsplan.
In de kleedkamer mag u kledingstukken waarin metaal is verwerkt (bijvoorbeeld de knopen en rits van een broek) uittrekken. Ook metalen voorwerpen, zoals sieraden, dient u vóór het onderzoek af te doen. Daarnaast wordt u gevraagd om indien mogelijk uw gebitsprothese, plaatje of gehoorapparaten uit te doen. Het kan zijn dat de radiotherapeutisch laborant u een specifieke kledinginstructie geeft, bijvoorbeeld het ontbloten van het bovenlichaam.
Tijdens de scan ligt u op een smalle tafel. De houding waarin u ligt wordt bepaald door de radiotherapeutisch laborant. Deze houding moet namelijk hetzelfde zijn als bij de (eventuele) bestraling. U ligt bijvoorbeeld met uw armen omhoog in een speciale steun. In sommige gevallen heeft u van te voren een bestralingsmasker laten maken, dit masker wordt dan opnieuw gebruikt tijdens de scan. Wanneer de houding die u aan moet nemen niet prettig is, wordt u verzocht dit tijdig te laten weten.
Tijdens de voorbereiding heeft de laborant u geïnformeerd of u bij dit onderzoek een CT-scan met contrastmiddel krijgt. De CT-scan met contrastmiddel wordt voorafgaand aan de PET/CT-scan gemaakt. De CT-scan heeft als doel uw bloedvaten en organen beter zichtbaar te maken. Bij het inspuiten van het contrastmiddel kunt u een warm gevoel door uw hele lichaam en een metalen smaak in de mond krijgen. Dit verdwijnt weer na een paar minuten. De laborant zal altijd aangeven wanneer het contrastmiddel gegeven wordt.
Aansluitend aan de eventuele CT-scan met contrastmiddel starten we de PET/CT-scan. De tafel van de PET/CT schuift tijdens het onderzoek langzaam door de opening van de scanner. U dient tijdens de scan stil te blijven liggen. Gedurende het onderzoek ligt u alleen in de onderzoeksruimte. De laboranten zitten tijdens het onderzoek in de bedieningsruimte. Vanuit deze ruimte bedienen de laboranten de PET/CT-scanner en kunnen zij u horen en zien. Communicatie is te allen tijde mogelijk. De PET/CT-scanner maakt geen hard geluid en heeft een ruime opening.
Wanneer u bestraalt gaat worden is het belangrijk dat u op dezelfde manier op de tafel ligt, zoals u vandaag bij de PET/CT heeft gelegen. Om dit te kunnen waarborgen zal in sommige gevallen de radiotherapeutisch laborant tijdens het onderzoek stiftstrepen en permanente tatoeagepunten op de huid zetten.
Na het onderzoek uitklapper, klik om te openen
U heeft geen speciale nazorg nodig. Wel is het verstandig om na het onderzoek, gedurende de dag, extra water te drinken. De radioactieve vloeistof raakt u namelijk via de urine weer kwijt (dit geldt tevens voor het contrastmiddel).
Als u op de dag van het onderzoek een grensovergang passeert, moet u tijdens het onderzoek vragen naar een ‘reisbrief’ die u kunt meenemen op uw reis. De meetapparatuur van de douane is heel gevoelig en er is een kleine kans dat de radioactieve vloeistof nog meetbaar is. Met de reisbrief kan u tijdens uw reis aantonen dat de gemeten straling voor medisch onderzoek toegediend is.
Na het maken van de scan moet deze eerst nog bewerkt en beoordeeld worden, daarom is het niet mogelijk dat u meteen de uitslag krijgt. De uitslag krijgt u van uw behandelend arts.
Contact uitklapper, klik om te openen
Wilt u een afspraak maken of kunt u niet komen? Neem dan contact op met de polikliniek Radiologie. Voor een afspraak hebt u een verwijzing nodig.
Polikliniek Radiologie
Op werkdagen na 17.00 uur en in het weekend kunt u ons bereiken via het centrale nummer van het UMC Utrecht, tel. 088-755 5555.