Door uw behandelend arts is een PET/CT onderzoek aangevraagd waarbij uw brein wordt onderzocht. Met dit onderzoek kunnen bepaalde aandoeningen worden opgespoord.
Het onderzoek bestaat uit drie delen en duurt in totaal ongeveer 1 uur en 45 minuten:
PET/CT-scan van het brein
-
Prikken van het infuus en toedienen radioactieve vloeistof (duur: 30 minuten)
-
Rustperiode (duur: 1 uur)
-
PET/CT-scan (duur: 10 minuten)

Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
Let op: 6 uur voorafgaand aan het onderzoek mag u niets meer eten en/of drinken. In geval van sondevoeding of TPV geldt dat dit 12 uur voor het onderzoek gestopt moet zijn.
Uitgezonderd zijn water, zwarte koffie en/of thee (zonder suiker/zoetjes/melk).
- Bij een vraagstelling omtrent epilepsie: Indien u binnen 6 uur voor het onderzoek een epileptische aanval heeft gehad, kan het onderzoek niet doorgaan. Dit heeft namelijk invloed op de betrouwbaarheid van de scan. Neem in dit geval contact op met de afdeling Radiologie op telefoonnummer 088 75 588 18. De scan wordt in overleg met de aanvrager opnieuw ingepland.
- Medicatie kunt u blijven gebruiken. Als u medicatie gebruikt voor diabetes, neem dan contact op met de radiologie.
- Metalen voorwerpen en sieraden in het gezicht en/of oren moeten worden afgedaan, omdat ze de beelden kunnen verstoren.
- Kunt u niet komen op de afgesproken dag(en)? Neem contact op met de radiologie.
Tijdens het onderzoek uitklapper, klik om te openen
Het onderzoek bestaat uit drie delen en duurt in totaal ongeveer 1 uur en 45 minuten:
- Voorbereiding - 30 minuten
- Rustperiode - 60 minuten
- PET/CT - 10 minuten
1. De voorbereiding
Een laborant voert het onderzoek uit. U krijgt een eigen kamer met bed. In principe is het niet toegestaan om een begeleider mee te nemen naar dit onderzoek. Bij binnenkomst neemt de laborant het verloop van het onderzoek met u door. U heeft dan de gelegenheid om vragen te stellen.
U krijgt een infuus in uw arm, vervolgens wordt het glucose gehalte in het bloed bepaald. Voordat de radioactieve vloeistof (18F-FDG) toegediend wordt via het infuus, moet u eerst 15 minuten rusten. Deze rustperiode zorgt ervoor dat uw brein zo min mogelijk prikkels hoeft te verwerken en tot rust komt. Dit komt de betrouwbaarheid van het onderzoek ten goede. Na een kwartier komt de laborant terug om de radioactieve vloeistof toe te dienen via het infuus. Dit heeft geen bijwerkingen. De radioactieve vloeistof wordt gedurende de volgende rustperiode van een uur in uw brein opgenomen. De manier waarop uw brein de vloeistof opneemt, kan de nucleair geneeskundige iets vertellen over wat er met u aan de hand is.
2. De rustperiode
Tijdens de rustperiode wordt u verzocht ontspannen en rustig te blijven liggen. Ook wordt gedurende deze periode via het infuus een halve liter vocht toegediend.
Tijdens de rustperiode zijn televisie kijken, radio luisteren, lezen of andere activiteiten niet toegestaan. Ook nu is het belangrijk dat het brein zo min mogelijk prikkels verwerkt voor de betrouwbaarheid van het onderzoek. Tijdens de rustperiode bent u alleen in uw kamer. U kunt de laborant bereiken via een (nood)bel die aan u wordt gegeven.
3. De PET/CT-scan
Na de rustperiode wordt u opgehaald en dient u eerst naar het toilet te gaan om de blaas te legen. Metalen voorwerpen, zoals sieraden, dient u vóór het onderzoek af te doen. Daarnaast wordt u gevraagd om indien mogelijk uw gebitsprothese, plaatje of gehoorapparaten uit te doen.
Tijdens de scan ligt u op een smalle tafel met het hoofd in een speciale steun. Deze tafel schuift tijdens het onderzoek langzaam door de opening van de PET/CT-scanner. U dient tijdens de scan stil te blijven liggen. Gedurende het onderzoek ligt u alleen in de onderzoeksruimte. De laborant zit tijdens het onderzoek in de bedieningsruimte. Vanuit deze ruimte bedient de laborant de PET/CT-scanner en kan u horen en zien. Communicatie is te allen tijde mogelijk. De PET/CT-scanner maakt geen hard geluid en heeft een ruime opening.
Na het onderzoek uitklapper, klik om te openen
U heeft geen speciale nazorg nodig. Wel is het verstandig om na het onderzoek, gedurende de dag, extra water te drinken. De radioactieve vloeistof raakt u namelijk via de urine weer kwijt.
Als u op de dag van het onderzoek een grensovergang passeert, moet u tijdens het onderzoek vragen naar een ‘reisbrief’ die u kunt meenemen op uw reis. De meetapparatuur van de douane is heel gevoelig en er is een kleine kans dat de radioactieve vloeistof nog meetbaar is. Met de reisbrief kan u tijdens uw reis aantonen dat de gemeten straling voor medisch onderzoek toegediend is.
Na het maken van de scan moet deze eerst nog bewerkt en beoordeeld worden, daarom is het niet mogelijk dat u meteen de uitslag krijgt. De uitslag krijgt u van uw behandelend arts.
Contact uitklapper, klik om te openen
Wilt u een afspraak maken of kunt u niet komen? Neem dan contact op met de polikliniek Radiologie. Voor een afspraak hebt u een verwijzing nodig.
Polikliniek Radiologie
Op werkdagen na 17.00 uur en in het weekend kunt u ons bereiken via het centrale nummer van het UMC Utrecht, tel. 088-755 5555.